Caravan / Aanhanger electriciteit en aansluitingen



Wil je wat meer weten over caravanbanden klik dan op deze link

Direct naar het aansluiten van een 7 polige stekker

Elektriciteit

Het omgaan met elektriciteit is net als thuis een kwestie van veiligheid. Niet alleen omdat zelfs een 12-voltinstallatie gevaar kan opleveren, maar ook omdat een deugdelijke verlichting in het verkeer van groot belang is. Dit hoofdstuk zet de verschillende systemen op een rij en geeft tips voor eenvoudige reparaties. Denk bij het aansluiten logisch na en blijf rustig ook al lukt het niet in een keer. "METEN = WETEN"!

TIP:
Bij aansluiten van een stekker aan de aanhanger/caravan  kun je het beste een acculader/druppellader gebruiken. Sluit de massa van de lader aan op pen 31 en zet vervolgens de plus op een van de aangesloten pennen en kijk welke lampjes er achter op de aanhanger branden. 1 zo sluit je problemen van de autoaansluiting uit en kan er niets mis gaan met het elektrische circuit van de auto als je onverhoopt toch een foutje maakt met aansluiten. 2. Zo is het ook eenvoudiger om je remlichten te controleren.
TIP:
Voor je begint met aansluiten is het verstandig om alle lampjes uit de verlichtingsbalk te verwijderen en alleen die lampjes te laten zitten die moeten branden, het zoeken naar de juiste verbinding wordt dan een stuk eenvoudiger. Sluit draad voor draad aan en controleer het resultaat.
TIP:
 Met een multimeter die bij elke doe-het-zelf handel voor nog geen 10 euro te koop is kun je eenvoudig de aansluiting van de auto controleren op de juiste verbindingen. En kun je snel onderweg storingen opsporen als dit nodig is. Ook een proeflampje is zeer geschikt voor het opsporen van storingen. Met een stevige naald kun je een draad controleren, door eenvoudig door de isolatie heen te prikken en daarna de via de naald te meten.

Veel problemen ontstaan door slechte massaverbindingen ! (meerdere lampen branden dan zwak en tegelijk)


DE VOLGENDE TEKST KOMT UIT HET CARAVANHANDBOEK

Circuits
In de caravan kunnen drie of vier circuits voorkomen. Deze circuits kunnen los van elkaar worden gezien, maar hebben soms ook met elkaar te maken en kunnen gekoppeld zijn:

Wie geen verstand heeft van elektriciteit doet er verstandig aan storingen aan de 230V-installatie door een vakman te laten verhelpen. Het 12V-circuit is op zichzelf ongevaarlijk, maar omdat het door middel van een transformator met gelijkrichter gekoppeld is aan de netspanning van 230V, is het ook hiermee uitkijken geblazen. In de volgende beschrijvingen zal, daar waar nodig, dit gevaar worden toegelicht. Het eerste waarmee u te maken krijgt bij het trekken van een caravan achter de auto is het aansluiten van de caravanverlichting op de autoverlichting, dus daar beginnen we mee.


12 Volt gelijkstroom

Bedrading, stekkers en stekkerdozen
Algemeen gebruikelijk is de bekende 7-polige contactdoos aan de trekhaak en de overeenkomstig 7-polige stekker aan de caravan. Deze elektrische verbinding is ontwikkeld in de tijd dat met zeven aansluitingen kon worden volstaan. Laten we eens alle aansluitingen van een 7-polig systeem op een rijtje zetten:

Het mistachterlicht is sinds 1 januari 2005 verplicht op bijna alle aanhangwagens (uitgezonderd aanhangwagens MT > 750 kg die vòòr 1 januari 1998 op de weg gekomen zijn). Vroeger werd de bewuste pool wel gebruikt om de aanhanger permanent van stroom te voorzien ('constante-stroomdraad').

Uit oogpunt van veiligheid zijn in de meeste gevallen het linker- en rechterachterlicht van auto en caravan onafhankelijk van elkaar aangesloten. Is er kortsluiting in het ene circuit, dan blijft het achterlicht van het andere circuit gewoon branden. Door het scheiden van de lichtpunten neemt het aantal draden in de stekker toe van vijf naar zeven. De beveiliging tegen kortsluiting gebeurt in de meeste gevallen door de autozekeringen. Slechts enkele merken brengen 12V- zekeringen aan in de caravan. Dit zijn dus de aansluitingen van de gestandaardiseerde 7-polige verbinding, zoals ze nog steeds zijn te vinden op de zgn. stekker-sticker. Bij oude systemen bestaat geen norm voor de draadkleur. U doet er verstandig aan zelf de draadkleur te noteren. Dit helpt bij het opsporen van storingen.
 


7-polige standaard stekkerdoos (vooraanzicht) in schema

Draden kleuren schema

Poolnummer DIN-nummer aangesloten verbruiker
1 L richtingaanwijzer links
2 54G mistachterlicht (vroeger: constantenstroomdraad)
3 31 massa
4 R richtingaanwijzer rechts
5 58R achterlicht rechts + voorlicht + kentekenplaatverlichting
6 54 stoplichten links en rechts
7 58L achterlicht links + voorlicht

Mocht u maar één achterlichtdraad hebben, dan deze aansluiten op 58L of nr. 7.

Aansluitingen 7-polige stekkerdoos aan de trekhaak. Klik voor stekker(doos)plaatje

Mistachterlicht
De belangrijkste reden dat het 7-polige systeem niet meer voldoet, is dat er geen goede manier is om het mistachterlicht aan te sluiten. Een mistachterlicht mag alleen branden als het zicht daartoe aanleiding geeft. Daarom moet de bestuurder zelf actie ondernemen door een schakelaar om te zetten. De beste oplossing is die waarbij het mistachterlicht van de caravan gaat branden, in plaats van het mistachterlicht van de auto. Brandt dit namelijk ook, dan kan dat storend zijn door de reflectie op de voorzijde van de caravan. Dit kan het beste worden gerealiseerd door de draad naar het mistachterlicht via een relais te laten lopen.

Twee 7-polige aansluitingen (12 S en 12 N)
Een andere oplossing voor het aansluiten van het caravan mistachterlicht (al jaren toegepast door Engelse caravanners) is het aanbrengen van een extra stekkerdoos en stekker. Deze stekkerdoos (12 S) lijkt sprekend op de veel toegepaste stekkerdoos van het type 12 N. De S staat voor supplementair of aanvulling. De N staat voor normaal. Verwisseling van de stekkers is niet mogelijk, omdat de stand van de pennen verschilt. Het voordeel van deze extra stekker(doos) is dat u naast het mistachterlicht nog diverse andere zaken kunt aansluiten, zoals een achteruitrijlamp.


Idem voor stekkerdoos (vooraanzicht) met verwisseling van pennen en gaten.
Poolnr 12N 12S
1 richtingaanwijzer links achteruitrijlicht
2 mistachterlicht acculader
3 massa massa voor 2 & 4
4 richtingaanwijzer rechts verlichting, waterpomp (constante stroom)
5 achterlicht rechts + voorlicht + kentekenplaatverlichting niet in gebruik
6 stoplichten links en rechts koelkast
7 achterlicht links + voorlicht massa voor 6

13-polig
Voor uitbreiding van de aansluitpunten kan een 13-polig systeem worden aangebracht. Er zijn op dit moment twee uitvoeringen die dingen naar de gunst van de afnemer. Welke het gaat worden, is op dit moment nog niet in te schatten. Voorlopig worden beide systemen naast elkaar gebruikt.
Het Jaeger-systeem wordt vooral gepropageerd in Duitsland. De meeste Duitse caravans hebben daarom een Jaeger-stekker. Aansluiting op het bestaande 7-polige systeem van de caravan is alleen mogelijk met een nogal dure adapter (verloopkabel).

Het andere systeem is (Multicon) WeSt (Welt-Stecker). Een adapter is niet nodig omdat het systeem uitwisselbaar met het tot nu toe gebruikte 7-polige systeem. De zes extra aansluitingen zijn als ronde pinnen bij de rand van de stekker aangebracht. Op de bijbehorende stekkerdoos zijn bij de rand 6 busjes aangebracht. De overige zeven aansluitingen zitten op dezelfde plaats als bij de stekkers van het 7-polige systeem. Een voordeel van het WeSt-systeem is dat een 7-polige stekker in het 13-polige stopcontact past, zodat iemand die bijvoorbeeld een aanhangertje heeft met een 7-polig systeem en een caravan met 13-polig systeem beide door elkaar kan gebruiken.
(NB: de oorspronkelijke Multicon met 6 extra randcontacten heeft het loodje gelegd.)

13-polige Stekkerdozen (vooraanzicht) in schema

Aansluiting stekker en stekkerdoos 13-polig (DIN ISO 11446)

 

Poolnummer DIN-nummer aangesloten verbruiker draaddiameter
1 L richtingaanwijzer links 1,5
2
 
mistachterlicht 1,5
3 31 massa van pool 1-8 2,5
4 R richtingaanwijzer rechts 1,5
5 58R achterlicht rechts 1,5
6 54 stoplichten links en rechts 1,5
7 58L achterlicht links 1,5
8
 
achteruitrijlamp 1,5
9 * 54G constante stroomdraad (tbv verlichting, laden accu) 2,5
10
 
const.stroom geschakeld via contact (tbv koelkast) 2,5
11
 
massa voor pool 10 2,5
12
 
tbv herkenning aanhangwagen 1,5
13 31 massa voor pool 9 2,5

* Pin 9 is de "constante stroom"-draad. Volgens ISO 11446 is hij bedoeld voor òf accu laden òf verlichting.
Als pin 10 aangesloten is, dan accu laden via pin 9, anders verlichting via pin 9. Hiervoor moet een relais aanwezig zijn in de caravan. De gedachte hierachter is: als de koelkast via pin 10 werkelijk aangesloten is, dan wordt verondersteld dat de combinatie rijdt. Dan is de verlichting niet nodig in de caravan en kan pin 9 gebruikt worden voor accu laden; als de koelkast niet aangesloten is via pin 10, dan wordt de caravan geacht losgekoppeld stil te staan en pin 9 is beschikbaar voor verlichting (constante stroom).  

Er blijken nog al wat verschillen in gebruik van de pinnen en de draadkleuren. Caravandealer Campoworld heeft een en ander voor een aantal merken op een rij gezet.
Zie: Schema: 13-pool, draadkleuren, caravanmerken van Campoworld.

Standarisatie van stekkers en bekabeling
Met het meer complex worden van elektronische systemen en de toename van het aantal elektrische apparaten lijkt standarisatie van bedrading steeds noodzakelijker te worden. Een bedrijf dat zich bezighoudt met het maken van (standaard) bekabelingen is ECS Electronics in Breda. Van hen komt het achterliggende document betreffende bekabeling van aanhanger/caravan.

Verbindingen
Zorg ervoor dat de pennen en busjes die met elkaar contact moeten maken goed schoon zijn, Bij elke radiozaak is contactreiniger te koop, dat helpt even. De binnenzijde van de busjes kan worden schoongemaakt met wattenstokjes. Heeft u een nieuwe stekker of contactdoos aangesloten, spuit dan tectyl over de aansluitpunten van de kabels, voordat u de zaak weer in elkaar zet. Dat voorkomt oxidatie. Bij een nieuwe stekker en contactdoos zijn de pennen en busjes goed schoon. Maak daar gebruik van en voorzie zowel de busjes als pennen van zuurvrije vaseline of siliconenspray. Stop de stekker enkele malen in de contactdoos waardoor de vaseline zich als een dun laagje over de contacten verspreidt. Hiermee wordt een goede bescherming verkregen tegen oxidatie.
In de caravan worden alle elektrische verbindingen gemaakt met soepel draad. Schroefverbindingen zoals kroonsteentjes zijn met soepel draad niet zo betrouwbaar. In het verleden had men de gewoonte adereinden te vertinnen om een verbinding betrouwbaar te maken. Doe dat beslist nooit en verwijder alle vertinde adereinden. Vertinde adereinden hebben de neiging uit de schroefverbinding te kruipen. De verbinding wordt dan heet en gaat eerder dan je denkt branden. Heel bekend is de constante stroomdraad in de stekker naar de auto. Hou in plaats daarvan de adereinden bij elkaar met een adereindhulsje, dat met een speciale tang om het eind geklemd wordt. Zo'n tang met hulsjes mag in de gereedschapskist van de beter doe-het-zelver niet ontbreken.
Maak verbindingen tussen meerdere draden in een verbindingsdoos niet met een kroonsteen maar met kabelverbinders.

Storingen
Brandt er een lamp van de caravan niet, terwijl de overeenkomstige lamp van de auto wel brandt, dan is de oorzaak van die storing eenvoudig te lokaliseren. Het enige dat u hiervoor moet hebben, is een 12V- spanningzoeker. Deze is in verschillende vormen te koop, zoals een schroevendraaier met lampje, met aan het andere einde een aansluitdraad met klem (krokodillenbekje). Controleer eerst of de lamp die niet brandt deel uitmaakt van één geheel, bijvoorbeeld rechterachterlicht en nummerplaatverlichting of dat het een enkele aansluiting betreft zoals een richtingaanwijzer. Branden meer lampen van een systeem niet, dan moet n de oorzaak opsporen bij de stekker; brandt alleen de lamp niet, dan moet daar worden begonnen. Controleer of de gloeidraad van de lamp nog heel is, dat is gewoonlijk eenvoudig te zien. Is deze in orde, verwijder dan de lamp, meestal een kwestie van indrukken en draaien. Begint de lamp tijdens het draaien weer te branden, dan is de oorzaak van het niet branden een slechte massaverbinding door aanslag.
De witte of groene aanslag op de contacten in de fitting moet met een mesje worden weggekrabd en de zaak is weer in orde. Schakel wel eerst de verlichting uit voordat u aanslag gaat wegkrabben. Komt er geen spanning op de contacten van de fitting, dan is er ergens een draadbreuk of slecht contact. Door de spanningzoeker te drukken op het contact in de fitting en het draadje met het krokodillenbekje massa te geven, is de spanning te meten. Met name de contactdoos bij de trekhaak is gevoelig voor corrosie, de aluminium contactdoos is gevoeliger dan de uitvoering van kunststof.
Tip Neem als u op vakantie gaat van elk type lamp een reserve exemplaar mee. Deze zijn onderweg te koop maar meestal niet op de plaats en op het tijdstip dat er één kapot gaat.

Constantenstroomdraad
In de caravan kan een aantal elektrische voorzieningen werken op de 12V-spanning van de autoaccu:

Omdat u altijd stroom van de auto-accu kunt betrekken, ook al staat de motor stil, spreken we van 'constantenstroomdraad'. Het aansluitpunt bij de 7-polige contactdoos is 54 G (2). Er is maar één manier om in de auto de verbinding te maken en dat is door het aansluitpunt in de contactdoos met een losse dikke elektrische draad, doorsnede minimaal 2,5 mm2. Bij gebruik van de koelkast op de accu is 4 mm2 aan te bevelen. Bij gecombineerd gebruik van koelkast en caravanaccu is 6 mm2 aan te bevelen. Zie ook bij capaciteit van de bedrading. De draad wordt aangesloten op de +klem van de autoaccu. Ter voorkoming van brand dient u altijd een zekering zo dicht mogelijk bij de accu te plaatsen in de constantenstroomdraad; meestal is dat een zgn. zweefzekeringen, die simpel te monteren is. De zekering dient van voldoende sterkte te zijn (15A). Zorg ook voor een goede massaverbinding, bij voorkeur m.b.v een even dikke draad.

Bij heden ten dage gebruikelijke 13-polige aansluitingen zijn er twee 'plusdraden' beschikbaar voor caravanaccu en koelkast (en een massadraad natuurlijk).

De constantenstroomdraad is bedoeld om van genoemde voorzieningen gebruik te maken, onafhankelijk van het elektriciteitsnet. Dat kan zijn voor gebruik onderweg, bij overnachtingen op een parkeerplaats, bij kamperen in het wild of bij kamperen op campings waar men - om wat voor redenen dan ook - geen gebruik van de elektriciteitsvoorziening wil maken.

Bent u veel aangewezen op de eigen stroomvoorziening, dan is het handig om een verlengsnoer mee te nemen, zodat de auto eventueel ook kan worden afgekoppeld en even verderop geparkeerd. Dit soort verlengsnoeren is in de handel verkrijgbaar. In het algemeen is drie meter kabel voldoende. Let er wel op dat de kabel een voldoende doorsnede heeft (4 mm2).
Een betere oplossing is het gebruik van een aparte caravanaccu.

Capaciteit (auto-)accu
De autoaccu heeft een beperkte capaciteit, vandaar dat het gebruik ervan zorgvuldig in de gaten moet worden gehouden. Op de accu staat de capaciteit aangegeven, bijvoorbeeld 40Ah. Dit wil zeggen dat de accu gedurende 20 uur een stroom kan leveren van 2A, tenminste als de accu nieuw is. Bij oude accu's neemt de capaciteit af. De capaciteit wordt dus uitgedrukt in het product van stroomsterkte en tijd. Omdat een accu zijn spanning ontleent aan een chemische reactie is de capaciteit geen rekenkundig vaststaand gegeven maar een benadering, die van toepassing is op een stroomsterkte van 1 a 2A. Neemt de stroomsterkte toe, dan neemt de capaciteit af. Een accu met een capaciteit van 40Ah kan niet vier uur lang 10A leveren, en daar wringt vaak de schoen.
Om een auto te kunnen starten, is een grote stroom 120A en meer) nodig, maar dat gedurende een korte tijd. De autoaccu is voor dat doel geconstrueerd. Een autoaccu of startaccu is daarom minder geschikt als stroombron voor de caravan. Wordt de accu als stroombron gebruikt terwijl de motor niet loopt, dan trekt een grote verbruiker zoals de koelkast (verbruik ca. 8A) de accu snel leeg en blijft er onvoldoende capaciteit over om de auto te starten. Laat daarom de koelkast bij niet draaiende motor op gas werken.
Het stroomverbruik van de diverse voorzieningen is eenvoudig te berekenen. Op elke lamp en op elk elektrisch apparaat staat het vermogen in watt (W). In plaats van watt kan ook worden gezet: VA, dat wil zeggen het product van de spanning in volt (V) en de stroomsterkte in ampère (A). Een lamp van 24W heeft bij een spanning van 12V een stroomverbruik van 2A. Een accu van 40Ah kan deze lamp dus ca. 20 uur laten branden. Zijn er meer elektrische apparaten tegelijk aangesloten op een accu, dan mogen de stroomsterktes bij elkaar worden opgeteld, bijvoorbeeld: de lamp gebruikt 2A en de koelkast 8A, samen dus 10A. Per uur een gebruik van 10Ah.
Let op: bij strenge vorst kan een accu wel tot 60% van zijn vermogen verliezen.

De koelkast op 12V
Het is meestal de koelkast die onderweg voor problemen zorgt. Het vermogen van de koelkast op 12V is te vinden in het instructieboekje. Laten we aannemen dat dit 100W is. Bij 12V betekent dit een stroomverbruik van iets meer dan 8A. Als de motor voldoende toeren maakt, kan de dynamo van de auto dit wel bijbenen, tenminste wanneer niet alle stroomverbruikers van de auto zijn ingeschakeld, en de constantenstroomdraad en de massadraad dik genoeg zijn. Wordt de motor stilgezet, dan moet de accu alleen deze vrij sterke stroom leveren. Na een uur is er 8Ah verbruikt. Omdat een startaccu er moeite mee heeft dat er gedurende lange tijd een hoge stroom aan wordt onttrokken (de capaciteit is onder die omstandigheden aanzienlijk lager), blijkt hij soms na een paar uur al leeg te zijn, zodat er niet meer gestart kan worden. Hiermee is meteen duidelijk waarom de 12V-schakelaar van de koelkast in rood is uitgevoerd.

Voorkom problemen
Indien zonder meer aangesloten op de autoaccu wordt al rap bemerkt dat koelkast en/of accu in de caravan zorgen voor een lege startaccu in de auto. Een lege caravanaccu kan sterke stromen trekken vanaf de auto en ook de koelkast trekt al snel een 8 Ampère. Maar ook kan in bijzondere gevallen de stroom gaan lopen vanaf de caravan naar de auto. Vooral bij het starten. Denk daarbij ook aan het voorgloeien bij dieselmotoren. Er zijn zelfs gevallen bekend dat de auto - via de caravanaccu - blijft lopen bij uitgeschakeld contact! Geen goede zaak.
De meest eenvoudige methode om leeg raken van de autoaccu door de koelkast te voorkomen, is om de stekker los te trekken of de koelkast in de caravan uit te schakelen. Met natuurlijk het risico dat u bij het wegrijden vergeet die weer in te schakelen.
Een oplossing die ervoor zorgt dat de stroom alleen maar richting caravanaccu kan lopen, is het plaatsen van een diode in de aanvoerdraad (wel in de juiste richting aub!). Een diode heeft echter spanningsverlies tot gevolg (zo'n 0,7 V) en dat willen we eigenlijk niet hebben als we toch al verliezen oplopen door de draaddiktes en de contacten. Sommige systemen (zoals de CERS in Kip caravans) hebben zo'n diode ingebouwd, maar zijn tevens voorzien van een spanningsbooster, zodat er toch een dikke 14V naar accu en koelkast gehaald wordt. Deze fraaie systemen en ook de diode weerhouden de stroompjes er echter niet van af en toe op ongewenste momenten te gaan lopen.
De beste en duurste oplossing is het plaatsen van een scheidingsrelais (Battery Guard). Een scheidingsrelais zorgt er voor dat er een verbinding tot stand komt tussen autoaccu en caravanaccu resp. koelkast wanneer wij dat willen. En dat is dus niet als we een paar uur een dierentuin gaan bezoeken. Dan zetten we de koelkast op gas en de accu moet opgeladen worden als we rijden. Niet als we stilstaan.... Voor alle duidelijkheid: een scheidingsrelais kan er op zich niet voor zorgen dat er stroom vanaf de caravanaccu naar de autoaccu kan lopen. Wat het relais dus wel kan regelen, is dat er door de gebruiker te bepalen omstandigheden zijn wanneer er geen verbinding tussen beide systemen is en wanneer juist wel. Zoals gezegd zijn er vaak aparte aansluitingen voor caravanaccu en koelkast. U kunt dus overwegen twee scheidingsrelais te monteren.
Is de auto voorzien van twee 7-polige contactdozen, dan is aansluiting nr. 6 (bij 12S) speciaal bedoeld voor de koelkast.

Het scheidingsrelais laat vanaf de autoaccu alleen stroom door als de motor draait. Het 'stuursignaal' kan worden aangegeven door een contact bij het startslot of de dynamo.
Wordt dit relais bekrachtigd, dan krijgt de koelkast en/of caravanaccu spanning, haalt u de sleutel uit het contactslot dan schakelt het relais die spanning uit. Omdat de normale constantenstroomdraad gescheiden is van de andere draden, heeft het afzetten van de motor geen consequenties voor de overige voorzieningen op 12V.
Het aansluiten van het relais is niet echt simpel omdat het moet worden aangesloten in de constantenstroomdraad die alleen naar de koelkast gaat. Omdat de bedrading veelal is weggewerkt en er ook 230V-bedrading naar de koelkast gaat, is de nodige vakkennis onontbeerlijk. Misschien het dus beter een scheidingsrelais te laten aanbrengen door een vakman. Voor de doe-het-zelvers is in de rubriek tips een installatiehandleiding beschikbaar. Zie ook de tekst bij 'punt van aandacht' hieronder.

Capaciteit van de bedrading
Het grootste probleem bij de 12V-stroomvoorziening vanaf de auto zit in de grote afstand waarover de spanning moet worden aangevoerd en in de vele verbindingen. Elke verbinding heeft een zekere overgangsweerstand, waardoor de spanning daalt. De grootste boosdoener is hier vaak de massa-aansluiting.
Bij 12V zijn de stromen die door de draden lopen, relatief groot. Daarom moeten 12V-draden relatief dik zijn. Bent u geïnteresseerd in het 'waarom en hoe', klik dan onderstaande zin om de uitleg op te roepen.

Waarom zijn draaddikte en draadlengtes bij stroomvoorziening in de caravan (en de auto) belangrijk?

Op deze plaats wordt volstaan met het vermelden van de conclusie:
Kies voor én dikke + én voor dikke massadraden. Gebruik draad van 6mm2 (of parallel 2 x 2,5mm2). Betreft het alleen het voeden van de koelkast, dan volstaat 4 mm2 ook wel. Gebruik altijd speciaal draad voor auto's e.d., te koop bij o.a. de automaterialenhandel. Dus geen draad dat in huis gebruikt wordt, met massieve koperkern.

In de caravan wordt een zogenaamde kabelboom gebruikt. De constante stroomdraad en de massadraad daarin zullen vast geen 6mm2 zijn, denk eerder aan 2,5mm2 of nog erger 1,5mm2. De 7-draads-kabelboom is daarom waarschijnlijk ongeschikt voor het voeden van de koelkast. Het is aan te bevelen hiervoor extra draden (constant en massa) aan te leggen van 6mm2. In de 13-draads-kabelboom (en stekkers) is voorzien in 2 massadraden en 2 constante stroomdraden. Het is te hopen dat de desbetreffende draaddiktes minimaal 2,5mm2 zijn, anders is de dubbele uitvoering nog niet genoeg.

Een punt van aandacht. Doordat er steeds meer computers en allerlei detectiemiddelen in de (nieuwe) auto's worden ingebouwd (bijvb. een verklikkerlicht op je dashboard als een lampje niet meer functioneert), alsmede dat men de kabelbomen in auto's steeds lichter wil maken om het totale gewicht van de auto laag te houden en men dus dunnere kabels toepast, is het voor deze nieuwe auto's zeer gevaarlijk om een trekhaak zoals vroeger op de achterlichten aan te sluiten. Er wordt meer stroom gevraagd om ook de aanhanger-/caravanlichten aan te sturen en de dunnere kabels zijn daar niet meer op berekend. Als op de nieuwe generatie auto's een trekhaak wordt aangesloten zoals op de oude vertrouwde manier, kunnen er tal van zaken zich voordoen: storing van het motormanagement, doorbranden van bedrading, etc.
Een fabrikant van kabelsystemen voor o.a. trekhaken (ECS Electronics in Breda) heeft in samenwerking met alle autofabrikanten een systeem ontwikkeld dat via een elektronische module de juiste spanning aan de lichten van de aanhanger/caravan levert en deze niet meer ontrekt aan de voeding voor de achterlichten (enkel een minimale stuurstroom wordt onttrokken).

Caravanaccu
Of het zin heeft in de caravan een aparte accu te installeren hangt natuurlijk af van het gebruik dat u van de caravan maakt. Komt het vaak voor dat u kampeert zonder 230V? Bij een enkele overnachting kan de autoaccu echt wel de spanning voor een lampje en de waterpomp leveren, maar veel meer moet u er eigenlijk niet van verwachten. Wie echt onafhankelijk wil zijn ontkomt er niet aan een accu in z'n caravan te (laten) plaatsen. Houd wel rekening met 20 kg extra gewicht. Op een geschikte caravanaccu met voldoende capaciteit kunnen voor een wat langere periode verschillende lichtpunten, kachelventilator, waterpomp, radio en TV worden aangesloten.
Pas de verlichting aan. Een TL-lamp levert veel meer licht bij veel minder stroomverbruik. Ook halogeenlampen hebben een laag stroomverbruik en hoge lichtopbrengst. Wie het stroomverbruik in de gaten wil houden, kan een ampèremeter in het circuit installeren. De accu kan worden gebruikt tot deze leeg is, de auto hoeft er niet meer op te worden gestart en de constructie van de accu is afgestemd op dit speciale gebruik. Gezien het verbruik kunt u de koelkast het best altijd op gas laten werken. U kunt zelf uitrekenen hoe lang u met een caravanaccu toe kunt zonder deze te moeten opladen. Hier volgen enkele rekenvoorbeelden:

Het verbruik per dag van genoemde elektrische voorzieningen komt neer op 5,1 + 0,83 + 2 = 7,93Ah. Met een accu van 60Ah kunt u ongeveer 7 dagen toe.
In dit geval is die accu dan wel helemaal leeg en levert op het laatst zeker geen voldoende spanning om voldoende lichtopbrengst te geven. Voorts is het maar de vraag of het goed voor de accu is om hem zo diep te ontladen!

Speciale accu
Het is verstandig voor gebruik in een caravan een speciale accu aan te schaffen, meestal aangeduid met caravanaccu, hobbyclub, marineaccu,.... Ze zijn duurder dan startaccu's, maar ze zullen bij gebruik in een caravan ook beduidend langer meegaan. Een goede caravanaccu is voorzien van een slangetje dat door de caravanvloer naar buiten geleid moet worden om het mogelijk ontstane 'knalgas' af te voeren. Zet de accu bij voorkeur in een speciaal daarvoor ontworpen bak. Zet de accu, gezien het gewicht, zo dicht mogelijk bij de as in een bankkast of, indien de kogeldruk het toestaat, in de disselkast.
Een 'tussen'-oplossing is de caravanaccu niet vast in de caravan te plaatsen. Zet de caravanaccu in een waterdichte bak. Sluit de polen op de juiste manier aan op de constante-stroomdraad-pin en de aarde-pin van een contactdoos zoals op de trekhaak. Breng in de kofferbak van de auto mbv een caravanstekker een 12V-voorziening aan. Tijdens de reis kan de accu dan in de kofferbak staan en bijgeladen worden. Op de camping zet u de accu in de bak naast de dissel en sluit het caravansnoer aan.

Een traditionele caravanaccu bevat vloeistof. Hoewel moderne accu's 'onderhoudsvrij' heten, moet toch regelmatig (vuistregel: jaarlijks) het vloeistofpeil gecontroleerd worden. De vloeistof moet zo'n 1 cm boven de platen staan. Bijvullen alleen met gedestilleerd water.
Een bijzonder type caravanaccu is de gel-accu. De inhoud is geen vloeistof, maar 'gel' dus. Dit type accu kan in elke stand gebruikt worden. Hij hoeft nooit bijgevuld te worden. De zelfontlading is veel minder dan bij de vloeistofaccu. Hij heeft een eigen laadprotocol. Hij is duurder en heeft een lagere capaciteit dan een overeenkomstige vloeistofaccu.

Ladingstoestand van een accu
Hoewel er sprake is van een 12Volts-accu, is de spanning van een volledig geladen accu 12,7V of meer. Onderstaande tabel geeft een overzicht hoe de ladingstoestand gemeten kan worden. Dat kan bijvoorbeeld met een voltmeter. Door de relatief kleine verschillen in de waarden zal dat wel een speciale moeten zijn. Een voldoend nauwkeurige digitale is bruikbaar.

 

Ladingstoestand

Voltmeter

100%

12,7 V of meer

75%

12,5 V

50%

12,4 V

25%

12,2 V

Ontladen

12 V of minder

meetgegevens in onbelaste toestand; meet niet eerder dan 4 uren na laden, de tijd die een accu nodig heeft om tot rust te komen.
Bron: The Caravan Club  

Accu opladen
Wanneer de accu leeg raakt moet hij worden opgeladen. Dat kan vanaf het elektriciteitsnet met behulp van een acculader. De +klem van de acculader moet u altijd aansluiten op de +pool van de accu. Acculaders zijn er in alle maten en soorten, voor prijzen van enkele tientjes tot honderden guldens. Voor de accu is het het beste dat de laadstroom niet te hoog is (niet meer dan 4A). Een te hoge laadstroom heeft sterke gasontwikkeling en kristalvorming op de platen tot gevolg, waardoor de capaciteit van de accu afneemt. Heeft de accu een capaciteit van 60Ah en is hij volledig leeg, dan duurt het bij een laadstroom van 4A dus 15 uur voordat de accu vol is. Bij de meeste acculaders is dat te zien aan de ampèremeter. De wijzer hiervan slaat maximaal uit als de lege accu wordt aangesloten en staat op nul als de accu vol is.
Een andere manier om te controleren of de accu vol dan wel leeg is, is door de soortelijke massa (s.m.) van de elektrolyt met behulp van een zuurweger te meten. Dit kan uiteraard alleen bij accu's die zijn uitgevoerd met doppen. De zuurweger is te koop bij auto-onderdelenzaken. Bij een geladen accu is de soortelijke massa 1,28 ; bij een ontladen accu is deze ongeveer 1,17 .
N.B. De soortelijke massa van water is 1. Een geladen accu heeft een spanning van 12,7V. Is de accu ontladen, dan kan nog een spanning worden gemeten van 11 V. De accu-conditiemeter is niets anders dan een voltmeter die begint te meten bij 11 V.
Let op! Omdat de soortelijke massa van de elektrolyt van een lege accu laag is, is de kans groot dat in de winter een ontladen accu kapot vriest. Denk daaraan bij het op stal zetten van de caravan. Bij het laden van een accu die een open verbinding met de lucht heeft, stroomt knalgas uit de afdekdopjes, waardoor er gevaar bestaat voor ontploffing. In de nabijheid van een accu die wordt opgeladen daarom niet roken en de ruimte waarin het gebeurt goed ventileren.

Caravan-accu opladen met auto-dynamo
Met de autodynamo is de caravan-accu op te laden. De schakeling moet zó worden uitgevoerd dat de accu in de auto geen hinder ondervindt van de caravan-accu. De caravan-accu mag pas worden bijgeladen als de dynamo voldoende spanning levert. Zie de rubriek Voorkom problemen, eerder in dit hoofdstuk.
Wordt de caravanaccu lange tijd niet gebruikt, dan is het beter de accu tussentijds op te laden.

Accu buiten gebruik
Als een accu niet gebruikt wordt, loopt hij leeg, d.w.z. de spanning vermindert. Het verlies kan oplopen tot wel zo'n 10% per maand. Is de accu aangesloten op het caravancircuit (lader/omvormer etc.) dan kan de 'zelfontlading' nog veel groter zijn. Schakel op z'n minst de 12V-hoofdschakelaars uit of koppel de bedrading los van de polen.
Bij een lagere laadtoestand is een accu kwetsbaarder. Een accu mag nooit helemaal ontladen worden. 11,5V is wel de grens, sterkere ontlading leidt tot defecten.
De beste aanpak lijkt de accu geladen te bewaren, op een niet te koude plek (vorstvrij) en aan te sluiten op een zogenaamde druppellader. Deze zorgt ervoor dat de weglekkende lading direct gecompenseerd wordt.
Een geen-omkijken-naar-methode is het monteren van een zonnepaneel, mits de caravan niet in een donkere caravanstalling staat natuurlijk. Zie ook bij Zonnepaneel.
Een andere manier is de accu regelmatig 'normaal' te laden, vuistregel: elke 2 maanden.
Let op dat de accu niet 'overladen' wordt. Een accu wordt geacht 'volledig geladen' te zijn, als de spanning onbelast 14,1V bedraagt. Het laden dient dan gestopt te worden Is bij het laden een spanning van 13,8 - 14,2 V bereikt, dan begint de accu te borrelen door de gasontwikkeling (z.g. koken). Wordt verder doorgeladen, dan kan bij een loodaccu onherstelbare schade ontstaan. Het vrijkomende knalgas is zeer explosief.


230 Volt wisselstroom

230 volt uit 'de paal'
De toercaravan wordt vooral gebruikt voor verblijf op een camping. Procentueel is het aantal overnachtingen 'in het wild' erg klein. De prijs van energie is gestegen en over het algemeen wordt er iets bewuster mee omgesprongen. Op veel campings moet u meestal een vaste prijs betalen voor aansluiting op het elektriciteitsnet. De prijs per kWh ligt in het buitenland vaak heel wat hoger dan bij ons en soms wordt de heffing gebruikt als extra bron van inkomsten. Ga daarom eerst eens na waarvoor u de aansluiting op 230V gebruikt. Mogelijke stroomgebruikers: koelkast, kachelventilator of pomp, verlichting, afzuigkap, koffiezetapparaat, haardroger, radio en TV, stofzuiger.

230 volt aansluiten
De aansluiting op het 230V-net bestaat uit de volgende onderdelen:

Elke caravan heeft aan de buitenkant een aansluitpunt voor 230V dat hoort te zijn afgedekt met een klep. Wie geen ervaring heeft met caravannen denkt dat onder die klep een stopcontact zit. Het is echter een stekker. Het ziet er gevaarlijk uit, omdat je denkt dat op de pennen spanning staat. Deze vrees is geheel ongegrond. Er komt pas spanning op de pennen als de contrastekker van het aansluitsnoer er overheen is geschoven, een heel veilige oplossing.
Alle nieuw gebouwde caravans in Europa hebben een eurostekkeraanstuiting volgens het CEE-17-systeem. Bij het op Europees niveau ontwikkelen en standaardiseren van deze aansluiting is veel aandacht besteed aan de veiligheid. Het CEE-systeem heeft grote voordelen t.o.v. de oude randaardeaansluiting. De aardeverbinding van de caravan naar de paal is bijvoorbeeld beter. Bovendien is in de toekomst een uniforme stroomaansluiting mogelijk. En de CEE-aansluiting is spatwaterdicht. Wij raden u aan alleen nog van deze aansluiting gebruik te maken en de oude aansluitdoos te (laten) vervangen door een nieuwe CEE-aansluitdoos. Het oude systeem met randaarde biedt onvoldoende veiligheid voor gebruik op de camping en de mogelijkheid bestaat dat liet elektriciteitsbedrijf de eigenaar van de camping het advies geeft om geen caravans, die zijn voorzien van een ouderwets randaardesysteem, meer aan te sluiten.

De aansluitstandaard van een contactdoos type CEE-17 is volgens DIN 49462.
De aanduidingen moeten in de doos staan:

 

Het aansluitsnoer
Om in de caravan de 230V-netspanning te kunnen gebruiken, is een aansluitsnoer nodig. Het aansluitmateriaal moet voldoen aan de Europese norm CEE-17. Het aansluitpunt op de camping moet voldoen aan de normen in het desbetreffende land en dit wordt gecontroleerd door het elektriciteitsbedrijf dat op die camping de stroom levert. In principe moet de contactdoos op de paal ook de CEE-aansluiting hebben, maar vooral in het buitenland is het nog lang niet zover. In Nederland ziet de overheid erop toe dat de elektriciteitswet wordt nageleefd. Met betrekking tot de verkoop van elektrisch materiaal wordt door de Keuringsdienst van Waren gecontroleerd op het aspect veiligheid en worden onveilige producten uit de handel genomen (snoeren, haspels, stekkers enz.). Uit oogpunt van veiligheid moet een caravanaansluitsnoer:

Om met de kabel te beginnen: deze moet een mantel hebben van neopreen. Dit is te herkennen aan de codes H07RNF, 07RN of RN. Staat er alleen RN op, dan moet u er extra op letten dat de kabel de juiste koperkern of ader heeft. Voor gebruik met de caravan wordt 3x1,5 mm' voldoende geacht, maar wie veel elektrische apparatuur aan boord heeft, kan beter een dikkere kabel aanschaffen, bijvoorbeeld 3x2,5 mm2.
Een nieuwe (2001) ontwikkeling is een vernieuwde neopreen kabel, de QWPK. Deze kabel is veel sterker en veel minder gevoelig voor ultra-violet licht waardoor deze veel langer meegaat. Bovendien is deze kabel fel geel waardoor hij beter opvalt. Nadeel hij is stug. Deze kabel wordt geproduceerd door DRAKA.

CEE-aansluitingen
Aan het ene uiteinde van bet snoer moet een CEE-stekker en aan het andere uiteinde moet een CEE-contrastekker zitten. De contrastekker moet op de contactdoos van de caravan worden aangesloten. Op spatwaterdichte CEE-stekkers en contrastekkers is als herkenning een druppeltje in een driehoek aangebracht.

Haspels
Het gebruik van haspels is bij caravanners bijzonder populair. Een haspel moet tijdens gebruik helemaal zijn afgewikkeld. Ook al doet bijna niemand dat, voor een goede warmteafgifte is het beter dat het snoer uitgerold is zodat het overal met de lucht in aanraking komt. Volgens de wetgeving is een haspel een aansluitsnoer en moet het, voor gebruik als caravan-aansluitsnoer, aan dezelfde voorwaarden voldoen. Dat betekent dus spatwaterdichte CEE-aansluitingen en een neopreen kabelmantel. Om een veilige aansluiting te maken tussen een haspel en caravancontactdoos is weer een aansluitsnoer nodig. Dit aansluitsnoer moet ook weer aan alle voorwaarden voldoen.

Verloopsnoeren
Omdat op heel wat buitenlandse campings de elektriciteitspalen nog niet zijn voorzien van de CEE-contactdoos, is een verloopsnoer nodig. Een verloopsnoer moet voldoen aan de volgende veiligheidseisen: spatwaterdicht; maximaal 40 cm lang; een neopreen kabelmantel; aan één uiteinde een CEE-contrastekker.
Aan het andere uiteinde moet een stekker zitten die past op de contactdoos op de camping in het betreffende land. Kies bij voorkeur een dikke kabel, bijvoorbeeld 3x2,5 mm2.
Schaf een geaarde stekker aan met een 'gat'. Dan kunt u deze ook in Frankrijk gebruiken. In dit gat komt de Franse aarde-pen.

Veiligheid
Een huis is meestal van steen, de elektriciteit is aangelegd door een erkende installateur, dus op alle mogelijke manieren wordt de bewoner beschermd. In de caravan is dat anders. Er is geen instantie die 'gezag' heeft in uw toercaravan. U kunt de leidingen net zo aansluiten als u wilt, er is niemand die komt controleren hoe het is gedaan. Daar komt bij dat de caravan in de meeste gevallen van metaal is en, zoals u weet, metaal is een heel goede geleider voor elektriciteit.
Is er ergens een verkeerde aansluiting, dan kan de hele caravan onder spanning komen te staan. Tenslotte zijn de grond en het gras waarop u staat vaak vochtig en vocht geleidt elektriciteit ook prima. Maar omdat de caravan op rubber banden staat en er meestal hout onder de steunen zit, slaan de zekeringen in zo'n geval niet meteen door. Onder deze omstandigheden kan de 230V-netspanning levensgevaarlijk zijn bij aanraken van de caravan.

Hoe veilig is de caravan?
Veel mensen denken dat de aanleg van gas en elektriciteit wordt gecontroleerd tijdens de typegoedkeuring, die wordt uitgevoerd door de RDW Centrum voor voertuigtechniek en informatie. Dit is echter niet het geval. De fabrikanten in de verschillende landen moeten zich aan ter plaatse geldende voorschriften houden. Hierop wordt in ons land verder geen controle uitgeoefend. De in Nederland van kracht zijnde Elektriciteitswet biedt (nog) geen basis voor het stellen van eisen aan elektrische installaties van caravans. De KEMA in Arnhem hanteert hiervoor de keuringsnorm K 57. Deze norm bevat een aantal eisen, maar schrijft bijvoorbeeld 230V-zekeringen en een aardlekschakelaar niet voor. Een aantal fabrikanten brengt die uit zichzelf aan zonder dat het is voorgeschreven. Wel heeft elk land zijn eigen instantie die de elektrische installatie kan keuren. In Nederland is dat de KEMA, in Duitsland bijvoorbeeld de TUV. In Nederland is Kip een leverancier die z'n caravans aflevert met een KEMA-keur. Misschien zijn er onderhand wel meer?

Zelf knutselen
We gaan er vanuit dat de fabrikant de elektriciteitsvoorzieningen heeft aangelegd volgens de veiligheidsvoorschriften. Maar het komt vaak voor dat de eigenaar van de caravan het één en ander verandert. Waar moet u op letten?

De zekeringenkast
Bijna elk 230V-leidingsysteem loopt tegenwoordig via een zekeringenkast of zekeringenautomaat. Steeds meer caravans zijn voorzien van automatische zekeringen die bij overbelasting of kortsluiting de spanning uitschakelen. ls er sprake van kortsluiting, dan moet de oorzaak hiervan worden opgespoord voordat de stroom weer wordt ingeschakeld. Is het een kwestie van overbelasting, dan moet één van de verbruikers worden uitgeschakeld, vervolgens even wachten tot de automatische zekering is afgekoeld waarna het schakelaartje weer kan worden omgezet. Voor een veilig gebruik moeten buitenbeplating en alle metalen voorzieningen in de caravan geaard zijn. Denk daarbij aan aanrecht, koelkast, kachel e.d. Met geaard wordt in dit geval bedoeld:

Met een ohmmeter is dit als volgt te controleren: verbind met een lange dikke draad de ene aansluitklem van de ohmmeter met de massapen in de contactdoos aan de buitenwand. Druk de andere aansluitklem stevig tegen het metaal van het geaarde apparaat. De weerstand moet minimaal tot nul zijn.

De aardlekschakelaar
Maakt om welke reden dan ook een defecte bedrading sluiting naar het metalen frame van de caravan of apparatuur naar de geaarde metalen behuizing, dan biedt de aardlekschakelaar uitkomst. De aardlekschakelaar reageert op een verstoord evenwicht tussen de stroom die de caravan inkomt en de stroom die de caravan uitgaat. Als het goed is, dan is de stroomsterkte in de toevoerleiding net zo groot als de stroomsterkte in de terugvoerleiding. Is de isolatie van bijvoorbeeld de koelkast niet meer optimaal, dan kan er een lekstroompje ontstaan naar de aarde (vandaar aardlekschakelaar) van de caravan. Hierdoor ontstaat er verschil tussen de toegevoerde en afgevoerde stroom. Door dit verschil in stroomsterkte wordt een relais bekrachtigd. Het relais bedient een schakelaar die de stroom uitschakelt. De aardlekschakelaar reageert al op een heel klein stroomverschil; bij veel gebruikte types is 0,03A al voldoende.

Alleen door een betrouwbare aardverbinding (3 aderige kabel!) wordt de lekstroom via de stroompaal veilig naar aarde afgeleid! In dit geval zal de stroomtoevoer door de aardlekschakelaar meteen worden onderbroken. Ronduit gevaarlijk wordt de situatie als de aarding van de caravan niet in orde is! Dan kan de hele caravan "onder stroom" staan!! Door de rubber banden is er namelijk geen verbinding met aarde, en uitgezette poten zijn ook geen garantie voor voldoende aarding. Dus is het mogelijk dat de aardlekschakelaar pas zal afschakelen als iemand het metalen frame aanraakt! Diegene krijgt dan een behoorlijke elektrische schok van 0,03 Ampere te verwerken! Een gezond mens kan dat nog NET hebben, maar wat te denken van hartpatiënten, kinderen... ?

De aardlekschakelaar moet zo dicht mogelijk bij de stroomaansluiting zitten, dus daar waar de stroom binnenkomt in de caravan. Meestal zit daar ook de zekeringenkast en vaak is een combinatie van zekeringenkast en aardlekschakelaar toegepast. De aardlekschakelaar heeft twee knopjes: één om hem weer in gebruik te stellen en één om te controleren of hij werkt. Controleer zo nu en dan of hij inderdaad werkt. Bij montage van een aardlekschakelaar in een kast of in een bankkast moet erop worden gelet dat er geen zware stukken tegenaan kunnen stoten. Is de caravan niet voorzien van een ingebouwde aardlekschakelaar, dan kun t u overwegen een aardlekschakelaar op te nemen in de aanvoerleiding naar het stopcontact op de camping. Een buiten de caravan hangende aardlekschakelaar is echter gevoeliger voor vocht en grote temperatuurschommelingen.

Van 230V naar 12V
Omdat veel mensen bang zijn voor de netspanning van 230V worden veel elektrische voorzieningen aangebracht die op 12V werken. Dat lijkt verstandig maar het heeft in de praktijk ook consequenties. Denk maar aan de veel dikkere leidingen die nodig zijn om overbelasting te voorkomen en daarmee de kans op warm worden en brand.
Om voor continu gebruik op een verantwoorde wijze de 230V-wisselspanning te transformeren naar 12V-gelijkspanning is een omvormer nodig. Voor de duidelijkheid geven we eerst nog even de verschillende benamingen die in dit verband van belang zijn. Ze worden in de praktijk vaak verward. Een transformator verlaagt de 230 volt-wisselspanning uit de 'paal' naar 12V. Vervolgens zorgt een gelijkrichter er voor dat de 12V-wisselspanning wordt omgezet in 12V-gelijkspanning. In caravans wordt een transformator altijd gebruikt samen met een gelijkrichter en die combinatie noemen we omvormer.
Met een omvormer kun je echter nog geen accu laden. Daarvoor is een acculader nodig, die zorgt voor de vereiste 14 volt-spanning. Een acculader wordt vaak samen geleverd met een omvormer en die combinatie noemen we voedingsapparaat.
Voedingsapparaten zijn te koop met vermogens variërend van 20W tot wel 300W. We kunnen in plaats van W (watt) ook zeggen VA (volt x ampère). Hiermee is eenvoudig te berekenen welke stroomsterkte voorhanden is. Ook hier geldt, hoe meer vermogen en hoe meer mogelijkheden, hoe duurder. Het voedingsapparaat levert spanning voor het opladen van de boordaccu, voor de koelkast, voor de waterpomp en voor nog meer voorzieningen op 12V. Er zijn voedingsapparaten in de handel die er voor zorgen dat:

Blokbatterij
In caravans zonder 12V-voorziening werkt het waterpompje meestal op een zgn. blokbatterij. Deze is vrij duur, gaat niet lang mee en is leeg op een ongelegen moment. Daarom komen blokbatterijen gelukkig in moderne caravans steeds minder voor. Tegenwoordig is voor de stroomvoorziening van het waterpompje een eenvoudige omvormer aangebracht die net voldoende capaciteit heeft voor het waterpompje en bijvoorbeeld het pompje van het cassettetoilet.

 

Website http://frans-petrij.nl
De kleine foto's kun je vergroten door erop te klikken.
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op: 
30-08-2021